Een effectief debiteurenbeheer wordt mede vormgegeven door incassokosten aan uw debiteur door te belasten. Ter zake van het doorbelasten van incassokosten aan debiteuren bestaat belangrijke wet- en regelgeving. Sinds 1 juli 2012 is de Wet Normering Buitengerechtelijke Incassokosten ingevoerd. Deze wet beoogt duidelijkheid te verschaffen over het moment van verschuldigdheid van incassokosten, alsmede over de hoogte van die kosten. Ondanks deze doelstelling heeft de Hoge Raad in meerdere arresten (extra) duidelijkheid dienen te verschaffen over deze wet.
Indien de debiteur in verzuim verkeert kan de schuldeiser, naast de hoofdvordering, schadevergoeding vorderen van de debiteur. Incassokosten kwalificeren als schade. Alvorens de schuldeiser echter incassokosten mag doorberekenen aan de debiteur, die een consument is, dient eerst een aanmaning te worden gestuurd met een betalingstermijn van in ieder geval veertien dagen. In deze aanmaning dient het bedrag (de hoogte) van de incassokosten te worden vermeld die verschuldigd worden wanneer niet binnen de gestelde termijn wordt betaald. Deze aanmaning wordt wel de veertiendagenbrief genoemd. Over deze brief is veel te doen geweest in ‘incassoland’. Eind november 2016 heeft de Hoge Raad verder uitleg gegeven over o.a. het moment van aanvang van de veertiendagentermijn, alsmede over de gevolgen van een onjuiste aanmaningsbrief.
Volgens de Hoge Raad begint de veertiendagentermijn te lopen daags na die waarop de aanmaning door de debiteur is ontvangen. Dit komt overeen met de bedoeling van de wetgever, inhoudende dat de debiteur in ieder geval veertien dagen de gelegenheid heeft het verschuldigde bedrag te betalen zonder dat incassokosten verschuldigd raken, indien de debiteur een consument is. De door de schuldeiser verzonden veertiendagenbrief moet voldoen aan de eisen van de wet. Indien wel de betalingstermijn van veertien dagen is vermeld, maar een te vroege dag van aanvang of van einde van die termijn is vermeld, dan wel onduidelijke informatie in de aanmaning wordt opgenomen, is de brief niet geldig. Indien een ongeldige aanmaning is verstuurd, mogen geen incassokosten in rekening worden gebracht. De praktijk leert inmiddels dat rechters de aanmaningsbrief streng toetsen en de incassokosten vervolgens ook daadwerkelijk afwijzen.
Naar aanleiding van het laatste arrest van de Hoge Raad over de incassokosten lijkt (eindelijk) duidelijkheid te bestaan over de wijze waarop de buitengerechtelijke kosten rechtsgeldig aangezegd moeten worden in de veertiendagenbrief. Ook de gevolgen van een onjuiste aanzegging zijn helder. Voor advies of vragen over het opstellen van de veertiendagenbrief kunt u vrijblijvend contact opnemen met Swart Advocaten Almere. Wij zijn gespecialiseerd in incassoprocedures en voeren deze ook regelmatig bij de rechtbank.